Kerk van Beets

HISTORIE!

De kerk van Beets is een eenbeukige kruiskerk, bestaande uit een driezijdig gesloten koor, een dwarsbeuk (transept) met vrij korte armen en een schip. Op het westeind van het schipdak staat een houten torentje. Het bouwjaar van de oorspronkelijke kerk wordt geschat rond 1360, uitgevoerd in hout (vaksteenconstructie) of baksteen en voorzien van een zadeldak met schildeind.

In het begin van de vijftiende eeuw werd het oude kerkgebouw aan de oostzijde uitgebreid met het huidige bakstenen koor. De paalfunderingen bleken ondeugdelijk te zijn en daarom werd het oude kerkgebouw in de tweede helft van de vijftiende eeuw gesloopt. Op deze plaats werd het tegenwoordige transept gebouwd, geheel opgetrokken uit baksteen.
In de late 15de of vroege 16de eeuw is het schip gebouwd, ook van baksteen en veel breder dan aanvankelijk gepland, waarschijnlijk door een aanzienlijke toename van de kerkgaande bevolking. Gezien de constructie is de toren jonger dan het schip (de torenconstructie doorsnijdt letterlijk de kapconstructie van het schip), waarschijnlijk 16de-eeuws.

Na de reformatie (de eerste Beetser predikant deed in 1576 zijn intrede) werd de kerk ingericht voor de hervormde (‘gereformeerde’) eredienst en werden de specifieke katholieke elementen verwijderd, zoals altaren en beelden..
In de eerste helft van de 17de eeuw werden de beschilderingen op het houten gewelf (van de toen nog ongedeelde ruimte) aangebracht, bestaande uit bloemen en in de koorsluiting een vruchtdragende appelboom.

Het koor bestond in de late 18de eeuw uit twee ruimten, bestemd voor ‘school’ (beneden) en ‘raadhuis'(boven).In de 19de eeuw, maar vermoedelijk ook al eerder, was er op de verdieping naast de raadkamer ook een ‘kerkekamer’, bestemd voor kerkelijke vergaderingen.

Het huidig aanzien van de kerk wordt in hoge mate bepaald door de grote restauraties in de jaren 1963-1965, 1979-1980 en 1994-1996. De onderhoudskosten rezen in de 20ste eeuw de pan uit, waardoor de kerk eigendom werd van de Stichting Oude Hollandse Kerken (1982).

 

HET SCHIP

U bevindt zich in een laat-gotische, 14de -15de-eeuwse kruiskerk. In deze kerk bestaat al heel lang geen scheiding meer tussen kerk en staat. Na de reformatie verloor het (katholieke) koorgedeelte zijn functie en werd er een scheidingswand tussen koor en kerk aangebracht. Met behulp van een tussenvloer beschikte men over een raadzaal boven en een schooltje beneden.

Alle ruimtes in dit fraaie gebouw worden verhuurd voor bruiloften, uitvaarten, vergaderingen of intieme bijeenkomsten.

HET ORGEL

Het orgel is in 1868 geplaatst door de Amsterdamse orgelbouwers Flaes en Brünjes. De rente en aflossing voor de benodigde lening van fl. 3085,- werd – net als de bouw van de pastorie en de aanschaf voor een tweetal kroonluchters – bekostigd vanuit de armenkas, de ‘bos’- of ‘buulkist’ (zie de tekst “in de oude raadzaal”).

Het origine Flaes en Brünjes-orgel is tussen 1981 en 1983 gerestaureerd door de firma Flentrop, waarbij onder andere de intonatie zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat is gereconstrueerd.

Frits Mehrtens (1922-1975) groeide uit tot een van de bekendste kerkmusici van ons land. Reeds op zijn negende het orgel in Beets bespelend, zou hij later vanuit dit godshuis samenzangdiensten voor NCRV en IKON verzorgen, die landelijk voor radio en tv werden uitgezonden. Hij werd de drijvende kracht achter de vernieuwing van onze kerkmuziek.

BLOEMSCHILDERINGEN

Opvallend in deze kerk zijn de bloemschilderingen op het plafond. Uniek zijn ze niet; ze komen in meer Noord-Hollandse kerkjes voor, maar fraai zijn ze wel. Het verhaal gaat dat ze zijn aangebracht door Noorse walvisvaarders die in afwachting van de reparaties aan één van hun in Beetser werf liggende schepen zich uit verveling hebben uitgeleefd op het plafond van het schip. Maar erg geloofwaardig is dat verhaal niet.

DE TORENKLOK

De luidklok dateert uit 1650 en is gegoten door François en Pieter Hemony. De stalen krukas en verdere luidinrichting dateren uit 1964. Het randschrift van de klok luidt: ‘Laudate D(omi)num cymbalis bene sonantibus. F. et P. Hemony me fec(erunt) Zutphaniae anno Domini 1650’ (Looft de Heer met welluidende cimbalen. F(rançois) en P(ieter) hebben mij gemaakt te Zutphen in het jaar 1650). De klok heeft een diameter van 90 cm en een gewicht van 470 kg. In 1810 (Napoleon) kwamen alle kerktorens met hun klokken in het bezit van de burgerlijke overheid (en dat is nog steeds zo).

In 1943 werd de klok (t.b.v. de Duitse kanonnenindustrie) uit de toren verwijderd en opgeslagen in een depot ergens in Groningen. Na de oorlog bleek de klok bewaard te zijn en kon gelukkig teruggeplaatst worden.

De toren met die mooie klok erin is sinds de Napoleontische tijd eigendom van de burgerlijke gemeente. In geval van brand, overstroming of de inval van vijandelijke troepen kon de klok geluid worden om de bedreigde burgers te waarschuwen voor alles wat ze mogelijk te wachten stond.

DE PREEKSTOEL

Let ook even op de fraai bewerkte zeventiende-eeuwse preekstoel, het ongeveer even oude doophek en de in Lodewijk XVI-stijl beschilderde tussenwand, met als ‘trompe-l’oeil’ o.a. de pelikaan die haar jongen voedt met haar eigen bloed, als teken van opofferingsgezindheid.

De kansel dateert van 1655 en staat sinds 1680 op zijn huidige plaats. Rond de kansel werd een doophek (1680) geplaatst. Wanneer precies het schot achter de kansel is geplaatst is onduidelijk maar misschien wel ook in 1680. 

DE ZERKEN IN DE VLOER

Het is onnodig om uw aandacht te vestigen op de vele fraaie zerken op de vloer. Sinds de Napoleontische tijd werd het verboden om de doden in de kerk ter aarde te bestellen, zodat ook de ‘rijke stinkers’ zich moesten behelpen met een graf op het kerkhof, naast dat van Jan Boezeroen.

Het is niet erg waarschijnlijk dat elke zerk nog de juiste lading dekt, daarvoor hebben er teveel wijzigingen/verbouwingen/restauraties plaats gehad, maar dat neemt niet weg dat hun in steen verstarde nalatenschap uitermate de moeite waard is om er de blik op te richten.

DE OUDE RAADZAAL

Via de trap bent u boven gekomen in een merkwaardig anachronisme. Hieronder is het koor van de kerk, oorspronkelijk bedoeld voor de katholieke eredienst. Na de Reformatie zijn niet alleen alle beelden en relieken weggenomen, maar werd ook het koor van de kerk gescheiden door middel van een tussenwand die u zojuist beneden heeft kunnen zien, Bovendien werd er een verdiepingsvloer in aangebracht waardoor er twee aparte ruimtes ontstonden. Het gedeelte waarin u zich nu bevindt was jarenlang de raadzaal van de oude gemeente Beets. Nog aanwezig in deze eerbiedwaardige ruimte zijn de ‘paaltjes’ waartussen men vroeger een koord spande om de ‘bestuurderen’ duidelijk te scheiden van het gewone volk.

Op het tongewelf zie je 17de -eeuwse bloemschilderingen, waarschijnlijk voorstellende de ‘Boom des Levens’, het bekende houtgewas uit het paradijs, vermoedelijk geflankeerd door de ‘Leliën des velds’.

DE BOSSCHE KIST

Zeer bezienswaardig in deze voormalige raadzaal is ook de ‘Bossche Kist’. Hierin werd het geld van collectes en legaten bewaard ten behoeve van de armenzorg, de Diaconie. De kist heeft drie sleutelgaten en één nepper bovenop. Wellicht om eventuele dieven te misleiden. Er waren drie leden van de Kerkenraad die elk zo’n sleutel in hun bezit hadden. Als er dus iets uitgehaald werd voor bijvoorbeeld de aanschaf van het orgel, moesten er drie personen weet van hebben. Rop Douwes heeft over deze kist een boeiend artikel geschreven.

DE CONSISTORIE

Hier beneden is de ruimte van de 18de -eeuwse dorpsschool. Hier bestierden de bovenmeesters vele jaren lang hun bloedjes van kinderen.

Tegenwoordig kun je hier koffiedrinken, een goed gesprek hebben engebruikte boeken ruilen/kopen en is de consistorie te huur voor bijvoorbeeld vergaderingen.